Tante Jo zaliger - Reisverslag uit Garmerwolde, Nederland van Gro Gro - WaarBenJij.nu Tante Jo zaliger - Reisverslag uit Garmerwolde, Nederland van Gro Gro - WaarBenJij.nu

Tante Jo zaliger

Door: Gro de Gro

Blijf op de hoogte en volg Gro

01 Juni 2020 | Nederland, Garmerwolde


Er is zo'n columnist die elke dag een stukje schrijft over zijn Tante Jo zaliger. Ik lees het met plezier, want ik had ook een Tante Jo die ook alweer een jaar of toen zaliger is. Tante Jo was de oudste zus van mijn vader en in onze familie gold ze als een creatieve buitenbeen. Kon mijn vader nog geen spijker in een pakje boter slaan, zijn andere zus Nel was getrouwd met een rijke man en deed verder niks. Mijn Tante Jo maakte met Sinterklaas ooit een cactus voor me; een groene spons vol gestoken met spelden. Ze had de cactus op de deksel van een met geel bekleed papier doosje gefabriceerd. Op de vier zijkanten van het doosje had ze met rood vilt een stip geplakt. Het ding heeft jarenlang voor mijn slaapkamerraam gestaan, tot het moment dat de oase (want zo heette dat groene spul) tot stof was vergaan.
Tante Jo zaliger was handwerkjuf en ze gaf les aan meisjes van het woonwagenkamp. Tante was overal goed in: kantklossen, vilten, haken, frivolité kantkleedjes maken. Frivolité was een techniek waarmee je met flinterdun wit garen kant haakte. Het garen zat om een witte klos gewikkeld. Priegelwerk en leesbril verplicht. Ze maakte van die kleedjes voor over het hoofdgedeelte van een fauteuil, zodat oom met zijn vette, kleverige achterhoofd geen schilfers achterliet op de kostbare meubelstof.
Tantes favo activiteit was breien. Op verjaardagen had ze altijd een breitas bij zich met daarin steeds weer een ander project. Tijdens de visite kon ze doorbreien terwijl ze het hoogste woord voerde. Tante had een harde stem en die gebruikte ze graag. Ze sprak met een volume alsof een verjaardagsfeestje van een neefje of nichtje een klaslokaal vol vervelende woonwagenkampkinderen betrof. Tantes gezicht was gepoederd, ik herinner me dat haar wimpers ook gepoederd waren. Hierdoor had haar gezicht weinig expressie. Het moest de onderdrukte teleurstelling zijn die ze verborg omdat ze alleen was. Hoewel ze kleedjes frivoliteerde voor vette mannenhoofden, had ze zelf geen man. Ik denk dat tante een lappendeken had willen frivoliteren om een man onder te bedelven, maar pogingen van onder andere mijn vader om haar te bewegen de breinaalden eens te verruilen voor een glaasje met deze of gene strandden.
Toen tante stierf woonde ze in een senioren-appartement in Osdorp. Daags na de uitvaart mochten wij als neven en nichten haar huis leegroven. Er was meer dan genoeg voor iedereen. Tante bleek een enorm kapitaal aan mooie spulletjes hebben die ze haar hele leven voor zichzelf had bewaard. Haar handwerkspullen omvatten 3 kuub ‘rommel’ en ik nam alles mee naar huis.
Tante bewaarde van alles. Plaatjes van koningin Juliana en de prinsesjes die na de bevrijding over Amsterdam werden uitgestrooid. Theedoeken die door een stel Diaconessen, die tot tantes vriendenkring behoorden, kunstig waren bewerkt met borduursels en uitgetrokken draadjes die samen weer een ruitjespatroon vormden. Uniformknopen van de Amsterdams gemeentepolitie. Een tornmesje met een ivoren handvat. Meters fluwelen bandjes. Plaatjes van koolmezen, gekraagde roodstaarten en lijsters. Geborduurde minitafereeltjes van elanden voor op de kerstkaarten. Schoendozen vol borduurgaren. Merklappen met cijfers en letters en maanden; bij elke maand een bloem van het seizoen.
Gister kwam tante weer keihard voorbij. Ik bedacht me dat het leuk was om van geborduurde kussenhoezen kussens te maken voor de tuin (coronalockdown). Ik trof in mijn verzameling een troosteloos smirna rozentafereel met bleek mosgroen, stokoudroze bloemen tegen een doorgerookte, bruingelige achtergrond. Even een sopje en met dat mooie weer was het zo weer droog. Ik vrolijkte het op met een frisroze fluwelen bandje uit tantes verzameling bandjes.
Tante Jo heeft voor mij ooit zo’n keelbandje gemaakt van dat fluweel. Voorop, recht onder de kin, een medaillonnetje van het pietepeurigste borduurwerk. Als ik mijn nekspieren aanspande kon ik het drukknoopje aan de achterkant lospersen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nederland, Garmerwolde

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

01 Juni 2020

Stop toetsen boven 55 jaar

01 Juni 2020

Tante Jo zaliger
Gro

Tante Jo zaliger Er is zo'n columnist die elke dag een stukje schrijft over zijn Tante Jo zaliger. Ik lees het met plezier, want ik had ook een Tante Jo die ook alweer een jaar of toen zaliger is. Tante Jo was de oudste zus van mijn vader en in onze familie gold ze als een creatieve buitenbeen. Kon mijn vader nog geen spijker in een pakje boter slaan, zijn andere zus Nel was getrouwd met een rijke man en deed verder niks. Mijn Tante Jo maakte met Sinterklaas ooit een cactus voor me; een groene spons vol gestoken met spelden. Ze had de cactus op de deksel van een met geel bekleed papier doosje gefabriceerd. Op de vier zijkanten van het doosje had ze met rood vilt een stip geplakt. Het ding heeft jarenlang voor mijn slaapkamerraam gestaan, tot het moment dat de oase (want zo heette dat groene spul) tot stof was vergaan. Tante Jo zaliger was handwerkjuf en ze gaf les aan meisjes van het woonwagenkamp. Tante was overal goed in: kantklossen, vilten, haken, frivolité kantkleedjes maken. Frivolité was een techniek waarmee je met flinterdun wit garen kant haakte. Het garen zat om een witte klos gewikkeld. Priegelwerk en leesbril verplicht. Ze maakte van die kleedjes voor over het hoofdgedeelte van een fauteuil, zodat oom met zijn vette, kleverige achterhoofd geen schilfers achterliet op de kostbare meubelstof. Tantes favo activiteit was breien. Op verjaardagen had ze altijd een breitas bij zich met daarin steeds weer een ander project. Tijdens de visite kon ze doorbreien terwijl ze het hoogste woord voerde. Tante had een harde stem en die gebruikte ze graag. Ze sprak met een volume alsof een verjaardagsfeestje van een neefje of nichtje een klaslokaal vol vervelende woonwagenkampkinderen betrof. Tantes gezicht was gepoederd, ik herinner me dat haar wimpers ook gepoederd waren. Hierdoor had haar gezicht weinig expressie. Het moest de onderdrukte teleurstelling zijn die ze verborg omdat ze alleen was. Hoewel ze kleedjes frivoliteerde voor vette mannenhoofden, had ze zelf geen man. Ik denk dat tante een lappendeken had willen frivoliteren om een man onder te bedelven, maar pogingen van onder andere mijn vader om haar te bewegen de breinaalden eens te verruilen voor een glaasje met deze of gene strandden. Toen tante stierf woonde ze in een senioren-appartement in Osdorp. Daags na de uitvaart mochten wij als neven en nichten haar huis leegroven. Er was meer dan genoeg voor iedereen. Tante bleek een enorm kapitaal aan mooie spulletjes hebben die ze haar hele leven voor zichzelf had bewaard. Haar handwerkspullen omvatten 3 kuub ‘rommel’ en ik nam alles mee naar huis. Tante bewaarde van alles. Plaatjes van koningin Juliana en de prinsesjes die na de bevrijding over Amsterdam werden uitgestrooid. Theedoeken die door een stel Diaconessen, die tot tantes vriendenkring behoorden, kunstig waren bewerkt met borduursels en uitgetrokken draadjes die samen weer een ruitjespatroon vormden. Uniformknopen van de Amsterdams gemeentepolitie. Een tornmesje met een ivoren handvat. Meters fluwelen bandjes. Plaatjes van koolmezen, gekraagde roodstaarten en lijsters. Geborduurde minitafereeltjes van elanden voor op de kerstkaarten. Schoendozen vol borduurgaren. Merklappen met cijfers en letters en maanden; bij elke maand een bloem van het seizoen. Gister kwam tante weer keihard voorbij. Ik bedacht me dat het leuk was om van geborduurde kussenhoezen kussens te maken voor de tuin (coronalockdown). Ik trof in mijn verzameling een troosteloos smirna rozentafereel met bleek mosgroen, stokoudroze bloemen tegen een doorgerookte, bruingelige achtergrond. Even een sopje en met dat mooie weer was het zo weer droog. Ik vrolijkte het op met een frisroze fluwelen bandje uit tantes verzameling bandjes. Tante Jo heeft voor mij ooit zo’n keelbandje gemaakt van dat fluweel. Voorop, recht onder de kin, een medaillonnetje van het pietepeurigste borduurwerk. Als ik mijn nekspieren aanspande kon ik het drukknoopje aan de achterkant lospersen.

Actief sinds 01 Juni 2020
Verslag gelezen: 98
Totaal aantal bezoekers 78

Voorgaande reizen:

01 Juni 2020 - 31 December 2020

Mijn eerste reis

Landen bezocht: